Als ze naar me toe komt, is ze net aangeland in het vmbo. Ze is bijna 13, nog geen 1m50 en heeft de liefste lach die een meid zich kan veroorloven. Ze heeft van die donkere, diepe ogen en als je goed (en lang) naar haar kijkt, dan ... vraag je je af wat er achter die mooie, warme lach zit.
Als het donderdag voor de vakantie is, komt ze weer naar me toe. Voorheen om gewoon een babbeltje te maken, en soms om te vragen hoe het met mij was! Lief, he, een pubertje dat naar de juf informeert? En toch weet ik dat dat niet altijd zo gewoon is, vaak is het een manier om contact te leggen en soms ook om een ingang te vinden om een tipje van de sluier te lichten. In het geval van Anu was het laatste aan de hand. Maar ze vertelt dit op de donderdag voor de vakantie, wanneer de school praktisch aan het sluiten is.
Vaak merk je dat er bij leerlingen een onrustig gevoel ontstaat als de vakantie voor de deur staat. Sommigen zijn in spanning vanwege de leuke plannen die op de rol staan, maar sommigen zien zo een lange break van de veilige plek die school is toch niet zitten. Bij dit meisje was dit laatste aan de hand. Wanneer ze in de les in tranen uitbarst, wordt ze naar mij gestuurd... en ze komt!
We nemen beiden een glaasje water en dan vraagt ze me of ik aub niets wil zeggen tegen een ander. Dat kan ik natuurlijk niet beloven, wel dat ik goed zal luisteren en haar zal vertellen wat ik zal doen. Ze is enigszins gerustgesteld en steekt van wal:
Anu komt uit een gegoede familie. Ouders zijn beiden hoog opgeleid en ze is het middelste kind van drie. Haar twee broers zitten op andere scholen. Ze heeft thuis alles, althans volgens haar vader wel. Hij bedoelt een eigen kamer, een laptop, zakgeld en alles wat ze maar wil. Eigenlijk komt ze niets tekort, behalve ... en daar komen de tranen alweer...
Ik buig me naar haar toe en zeg heel zachtjes: "Behalve?"
Behalve dat haar vader nooit tevreden over haar is. Haar cijfers zijn te laag, ze is te dik, ze is te traag, ze kan niets, ze ... ik vraag me af hoe negatief een vader over zijn eigen kind kan zijn.
Als ik door vraag blijkt hij ook nog zo tegen haar moeder te zijn. Ook de twee broers kunnen niets goed, die krijgen zelfs meppen. Die zijn haar - en haar moeder - bespaard gebleven. Pa praat niet, hij schreeuwt en hij kleineert. Het is hartverscheurend dit te moeten aanhoren. Ik merk dat het kind helemaal vol zit. Ze geeft aan dat dit patroon van tarannie-in-huis eigenlijk altijd al heeft bestaan. De buitenwacht heeft het echter niet door. In het bijzijn van derden is pa een voorbeeld: lief voor zijn vrouw en kinderen, behulpzaam naar anderen toe. Maar soms laat hij een steekje vallen, dan blaft hij haar moeder of hun voor een ieder af. Als ze dan thuis komen gaat hij huilen, tienduizend keer sorry zeggen (haar letterlijke woorden) en dan zwicht haar moeder. Maar na een paar weken is het weer zo ver.
En nu was de vakantie genaderd en tot haar grote schrik had pa gisteren aangekondigd dat hij volgende week de hele week vrij had genomen om met het gezin door te brengen. Waar bijna alle kinderen blij van zouden worden, daar werd dit meisje zo angstig van. Ze had bijna geen oog dicht gedaan en kreeg net in de les geen lucht meer, letterlijk.
Ik ben geen therapeut, ik ben maar een simpele juf. Maar ook een simpele juf herkent af en toe een persoonlijkheidsstoornis. In het geval van deze vader lijkt het op NPS (narcistische persoonlijkheidssyndroom). Een narcist is eigenlijk ‘verliefd' op zichzelf; hij is de beste, hij kan alles perfect, hij meet zichzelf aan toppers want daar hoort hij bij. Een ander wordt gekleineerd, constant naar beneden gehaald. Om bij derden te scoren kan een narcist in het bijzijn van anderen een charmeur zijn en lief naar zijn eigen gezin toe. Maar eenmaal terug in het gezin, draait hij. Hij is op zoek naar conflicten, gaat geen ene escalatie uit de weg en komt vaak terug met grote excuses en maakt zo veel drama en spijtbetuigingen, dat de partner - die intussen emotioneel afhankelijk en bang van hem is geworden - toe geeft en vaak nog hoopt op verbetering in het gedrag. Dit laatste is echter een illusie.
Ik kan het analyseren, ik kan het beschrijven, ik kan het herkennen, ik weet ook dat hier bijna geen verbetering in te verwachten is, maar hoe kan ik dit kind dit alles aan haar 13-jarige brein brengen? NIET.
Juf Kumari