Het is vrijdag, het laatste lesuur van 2C! Normaliter is 2C al een drukke bende, maar op dit tijdstip van de dag, in de week is het niet te harden. 2C telt 25 leerlingen van 13 jaar en is bijna een poel van gejubel, ze zitten achterste voren in de stoelen, ze praten harder dan hard, ze willen vaak iets anders doen dan eco, zijn ze nou enthousiast of vervelend of allebei of is er iets heel anders aan de hand?
Vorige week kreeg ik ze aan het werk door op het bord de foto's van James Bond de eerste en de laatste te projecteren. He, dat is James, zeiden sommigen. Ik deelde een A4-tje met daarop diezelfde foto's en daaronder het verhaal van de James'. Sean Connery, de eerste James Bond, had in 1962 omgerekend € 12.000 voor de film gekregen. Daniel Craig of Craig Daniel (twee voornamen die probleemloos verwisseld konden worden!) kreeg daar in 2012 € 38 miljoen voor. Daaraan gekoppeld volgde een les met procenten, inflatie, en nog meer economische aspecten. 2C deed goed mee!
Vandaag sta ik achter in het lokaal, met een klein boekje in mijn hand, dit tafereel van binnenkomen, achterste voren gaan zitten, gillen tegen elkaar te overzien en precies daar is de kiem van deze les geboren. Na 8 weken van pedagogiek op de Westerse manier, ga ik het compleet anders doen. Zo anders dat deze aanpak (nog) geen naam in de didactiek en/of pedagogiek heeft!
Waarom zijn je ogen vol tranen, mijn kind?
Wat verschrikkelijk van hen, je altijd om niets te beknorren!
Je hebt je vingers en je gezichtje met inkt besmeurd bij het schrijven,
noemen ze je daarom nu een smeerpoets?
Foei! Zouden ze ook de volle maan een smeerpoets durven noemen, omdat ze haar gezicht met inkt heeft bemorst?
Het kleine boekje in mijn handen is mijn privé notitieboekje. Voor mezelf noteer ik daar opvallende zaken in. Bijvoorbeeld Samantha uit 2A heeft deze week nog niet gelachen, de moeder van Arjun had gebeld over zijn vorderingen, en als je het boekje van achteren naar voren zou bekijken zou je citaten en gedichten treffen. Het is mijn boekje, dus ik mag helemaal zelf bepalen wat erin staat. En uit dat ene kleine boekje heb ik dus een stukje, heel zachtjes maar hard genoeg om verstaanbaar te zijn, voorgelezen. Laster van Rabindranath Tagore.
Mijn kids, de bende van 2C, zitten nu allen achterste voren! Die enkeling die zijn neus naar het bord had gericht, zoals het hoort, kijkt nu ook achterom. Sommigen hebben geroepen dat ik iets zei, anderen spitsten gelijk de oren, een derde had nog de vraag gesteld wat ik zei, maar ergens rond de laatste zin van de alinea had ik stilte. En 25 verbaasde blikken op me gericht! Kijk, ik ben een vrij saaie juf, in die zin dat je bij mij weet wat en in welke volgorde we gaan werken. Veelal sta ik in de deuropening om ze welkom te heten en zo orde te scheppen, maar bij deze klas op dit tijdstip van de lesweek was ik niet tevreden over mijn aanpak. Het duurde veel te lang om rust te scheppen en het vergde te veel van mijn arbeidsvreugde. En laat 2C nou geen hinderlijke klas zijn. Nee, nooit zeggen dat een klas hinderlijk is, had ik op de lerarenopleiding geleerd. "Ik vind het moeilijk met deze klas te werken", moest het zijn. Koppig als ik ben, had ik besloten dat 2C een uitdaging was, ja de hele klas, en dat ik me toch moest gaan richten op de individuen in deze klas. Want er waren kindjes die bezweken onder de drukte van anderen.
Door de bezuinigingen in het onderwijs hebben we nu grotere klassen. Dat is het eerst merkbaar. In de klas zie je nu vaker diversiteit. Hoort dit kindje niet in het speciaal onderwijs, waar zij beter begeleid kan worden? Nou, kindje is hier, dus deal with it! Enne... kindje wil je toch mee hebben naar de volgende klas, dus doe je extra je best. Je gaat experimenteren, want een echte juf gaat deze uitdaging niet uit de weg, toch? Een echte juf gaat toveren!
Nou, het is inderdaad een uitdaging en volgens mij heb ik net getoverd, want je ziet aan sommige gezichten dat ze denken dat je geflipt bent! "Ze is gek geworden, ze doet niet wat ze altijd gedaan heeft! Zij valt nooit uit haar vaste patroon, dus wat gaat ze nu doen?"
Je ziet tevens geen angst in de oogjes is, maar nieuwsgierigheid. Terwijl ik naar mijn bureau, voor in het lokaal, loop gaat er een golf van achterste voren naar voorste voren met me mee. Ze zijn stil! Dat valt me op... het is vrijdag, het 7e uur en 2C is - ongelooflijk dat ik dit nog zou meemaken - stil! En nieuwsgierig zitten nu 25 paar ogen naar mij te staren.
Voor iedere kleinigheid geven ze je een standje, arm kind;
ze staan altijd klaar om in niemendal iets verkeerd te vinden!
Je hebt met spelen je kleedje gescheurd, noemen ze je daarom slordig?
Foei! Hoe zouden ze dan de herfstwolken noemen die door flarden van wolken heen lacht?
Terwijl ik voor de groep sta, lees ik het tweede couplet voor. Ik kijk ze daarbij een voor een aan, met een glimlach op mijn gezicht en een ontspannen gelaat. Je krijgt oogcontact en ziet ze spiegelen. Prachtig! 2C luistert naar me, 2C is zwaar nieuwsgierig naar wat er nog meer komt. Sara - erg verlegen en altijd met naar de grond kijkend - bijt op haar onderlip, terwijl ze met een schuin hoofdje naar me kijkt, ze kijkt naar me! En Arjun, wiens moeder als maar betere resultaten wil en nooit een keer haar kind heeft gecomplimenteerd, heeft op dit moment die frons niet op zijn voorhoofd. Hij heeft wel zijn wenkbrauwen opgeheven, zijn hoofd ietsjes naar achteren getrokken, waardoor de bril op zijn neus strak komt te zitten. Die blik herken ik als hij bezorgd is. Ik zou zo graag eens in dat koppie willen kijken! En Merel zit verlegen te lachen, zij doet dit als ze onzeker wordt. Merel is namelijk een kindje dat duidelijkheid, structuur en stramien enorm kan waarderen. En dit kon ze niet in die patronen plaatsen. Maar overal is 2C stil!
Als ik ze allen heb aangekeken, zeg ik: "Welkom, jongens, wat goed dat jullie er allemaal zijn. Wil je alsjeblieft je spullen pakken?" Ongelooflijk, maar in stilte halen ze de boeken, schriften en etuitjes uit de tassen. Ondertussen werpen ze nieuwsgierige blikken naar mij. Ik leg uit, as usual, wat we zullen doen in deze les en ga van start. Je kent het wel, voorkennis activeren, introduceren nieuwe stof, aan het werk zetten. Als ik dan op de klok kijk, zie ik dat mijn alternatieve intro toch wel 8 minuten lestijd heeft gevergd. En als ik door het lokaal loop om links en rechts een vraag te beantwoorden die over de lesstof gaat, is het die verlegen Sara die nooit oogcontact durft te maken met alles wat groter is dan zijzelf, die mij aanspreekt. Ze zit op haar stoel en heeft keurig alles voor zich op tafel. Ik sta aan haar linkerzijde. Sarah zegt heel zachtjes: "Juf, wat was dat voor een verhaal?" Ze kijkt me echt recht in mijn gezicht aan, nog steeds bijtend op haar lip. Ik lach haar toe en loop door naar de volgende leerling. Dan keer ik me terug naar Sara en vertel dat dit uit een gedicht van ene meneer Tagore komt. De hele klas kijkt me nu aan, en echt waar, het is doodstil!
"Wie is dat, juf?" vraagt Sidney. En daar heb je dan een les economie met Tagore. Daar kun je geen economische draai aan geven, hoor, dus ga je gewoon vertellen wat je weet van deze man met groot talent om gedichten te schrijven. Ze hebben er werkelijk waar nog nooit van gehoord. "Is dat zo een tekstschrijver als Tupac?" Kijk, en dan krijgt deze juf een smile van oor tot oor op haar gezicht. "Jongens, wil je het laatste deel van het gedicht van Tagore horen? Ga dan gauw aan het werk, ik probeer het voor het einde van deze les met je te delen."
25 hoofdjes buigen zich over de boeken, er wordt driftig gerekend, geschreven en snel gerend naar de kast om een nakijkboek te halen en deze weer terug te leggen. Als ik het huiswerk op geef, zoals altijd vijf minuten voor het einde van de les, laat ik ze gelijk hun spullen opruimen. In tegenstelling tot voorgaande keren willen ze niet door het lokaal rennen, maar blijven ze netjes zitten. Ik wens ze een goed weekeind toe en 25 paar nieuwsgierige oogjes prikken zich in het blauwe boekje in mijn handen.
Bekommer je niet om wat ze zeggen, mijn kind.
Ze maken een lange lijst van je misdaden.
Iedereenweet hoeveel je van zoetigheid houdt -noemen ze je daarom nu begerig?
Foei! Hoe zouden ze ons dan niet moeten noemen die zo erg veel houden van jou?
Juf Kumari